Veel van de verwarring in het publieke debat over oorlog wordt veroorzaakt door de tegenstelling tussen de ‘cultuur-historische’ en de ‘geopolitieke’ benadering. In deze korte repliek in Trouw laat ik zien dat dit grote gevolgen heeft voor hoe er wordt gedacht over de kans op vrede.
Mijn stuk Oorlogskoorts is niet door iedereen goed begrepen. Een aantal lezers had moeite met mijn opmerking over het ontbreken van ‘imperialistische intenties’ van het Poetin-regime. Wat ik daarmee bedoel (en ook duidelijk schrijf) is dat er geen aanwijzingen zijn dat het Poetin-regime de capaciteit of intentie heeft om Europese NAVO-landen te veroveren, en hier binnenkort op de stoep staat. Daarmee ontken ik geenzins dat er een invasie en bezetting in Oekraïne gaande is die enorm veel leed veroorzaakt.
Veel van de verwarring in het debat wordt veroorzaakt door de tegenstelling tussen de ‘cultuur-historische’ en ‘geopolitieke’ benadering. De cultuur-historische verklaring zoekt de oorzaak van de oorlog vooral in Poetins tsaristische en imperialistische grootheidswaanzin. De geopolitieke verklaring duidt de Russische agressie vanuit een realistisch leerstuk: het veiligheidsdilemma. Het ontkent daarbij niet de kracht van vijandige mythologieen, maar stelt wel dat deze zelden de stap naar oorlog verklaren. In mijn analyse zie ik overtuigend bewijs voor een geopolitiek realistische benadering. Rusland ziet de uitbreiding van de NAVO naar Oekraïne en Georgië als bedreiging van de nationale veiligheid. Zolang het grensoorlogen voert met potentiële NAVO-landen, is de kans klein dat deze landen daadwerkelijk zullen toetreden tot de NAVO.
Dit veiligheidsdilemma kan wel aanzetten tot een gruwelijke oorlogsdynamiek, maar biedt tevens kans op een uitweg. Vanuit het cultuur-historische perspektief is er echter geen andere keus dan de oorlog tot het bittere einde uit te vechten.