Terwijl het Westen denkt Rusland te isoleren, isoleert het vooral zichzelf
Door Poetin te straffen, drijven we Rusland verder in de armen van het Chinese blok. Dat is riskant en daarom is terughoudendheid geboden met sancties.
Dit artikel verscheen op 10 april 2022 in De Volkskrant
Oorlog gaat niet uitsluitend over strijd en vernietiging. Oorlog is ook een (altijd onzekere) herschikking van macht en orde. Nieuwe allianties ontstaan en oude verbrokkelen. De contouren van hoe de oorlog in Oekraine een kentering van de monetaire, economische en geopolitieke orde zou kunnen inluiden beginnen zich langzaam af te tekenen. De rol van de Westerse sancties en de mogelijke val van de petrodollar spelen hierin een belangrijke rol. Het Westen hoopt Poetin op de knieën te dwingen door de verdere uitsluiting van SWIFT en de beslaglegging op Russische bezittingen en rekeningen. Met de verschrikkelijke beelden uit Boetsja wordt de roep om harde maatregelen alleen maar sterker. Die opschaling is niet zonder risico: sancties kunnen ook contraproductief werken.
De verontwaardiging van Europese leiders over Poetins eis om voortaan in gasroebels te betalen is begrijpelijk: ‘Een contract is een contract’, stelde D-66er Jetten boos. Het toont echter ook de naïeve arrogantie van een werelddeel dat niet gewend is regels opgelegd te krijgen. Vanuit Westers perspectief is het moeilijk om de oorlog tegen Rusland anders te zien dan een bijna Bijbelse strijd tussen goed en kwaad, en de sancties als het ultieme middel om de agressor te straffen. Hoewel er nog veel onduidelijk is, zijn er intussen echter allerlei mondiale ontwikkelingen gaande die aantonen dat dit een nogal provinciaalse opvatting is.
Het Westen en ‘de rest’
Als je uitsluitend Nederlandse kranten leest, lijkt het alsof bijna de hele wereld de sancties tegen Rusland ondersteunt. In de praktijk zijn dat echter alleen de Westerse landen en hun militaire bondgenoten zoals Zuid-Korea en Japan. Dat China neutraal wil blijven is bekend. Maar dat dit ook geldt voor het hele Afrikaanse continent, India, Pakistan, Indonesië, Turkije, het Midden-Oosten, en heel Latijns-Amerika (inclusief Mexico) wordt minder belicht. Hoe valt dit te begrijpen? De minister-president van Pakistan Imran Khan is wellicht het meest uitgesproken in zijn weigering gevolg te geven aan de EU oproep om sancties te steunen. ‘Denkt u soms dat Islamabad uw slaaf is?’ was zijn reactie, met duidelijk antikoloniale ondertoon. Uiteraard is er een diversiteit aan redenen waarom het merendeel van de internationale gemeenschap, ondanks de toenemende druk van de VS, probeert neutraal te blijven. Dat is niet omdat ze de Russische invasie zouden steunen. Integendeel, tijdens de algemene vergadering van de VN werd de inval veroordeeld door 141 van de 193 lidstaten. Veel waarschijnlijker is het dat de Russische agressie niet als fundamenteel verschillend wordt gezien van de Westerse militaire interventies van de afgelopen decennia, zoals de onrechtmatige invasie van Irak, de drone programma’s in Pakistan en Somalië, de rampzalige oorlog in Afghanistan en de bombardementen op Libië. ‘We zullen niet blind de stappen van een ander land volgen’, stelde de woordvoeder van het Indonesische Ministerie van Buitenlandse Zaken in een recente persconferentie. En ook de Mexicaanse president Andrés Manuel López Obrador is vastbesloten: ‘Deze oorlog betreft ons niet. Wij gaan geen economische maatregelen treffen omdat we goede relaties met alle regeringen willen onderhouden’.
De dollar als wapen
Een andere mogelijke reden waarom landen willen vasthouden aan neutraliteit heeft te maken met de afbrokkeling van de dollar als internationale handelsmunt. Sinds de VS in 1971 de inwisselbaarheid van de dollar voor goud (de Gouden Standaard) heeft losgelaten beheren centrale banken wereldwijd hun reserves in de vorm van dollars. De sterkte van de dollar als mondiale reservemunt wordt voor een belangrijk deel bepaald door olie. Iedereen die wereldwijd olie wil kopen, moet dat in dollars doen. Saoedi-Arabië, dat het overgrote deel van olie exporteert, doet dat tegen betaling in dollars - vandaar de naam ‘petrodollar’. En ook het gas dat Europa vanuit Rusland invoert werd in dollars betaald. Gita Gopinath, hoofdeconoom van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), waarschuwde echter vorige week in de Financial Times voor het risico op ‘de-dollarisatie’ als gevolg van de huidige sancties tegen Moskou. Gopinath verwijst hier naar wat ook wel de ‘weaponization’ van de dollar wordt genoemd. In toenemende mate zette de VS de afgelopen decennia de dollar in als wapen om bedrijven en ook landen onder druk te zetten. Het uitsluiten van het SWIFT systeem, maar ook de bevriezingen en confiscatie van buitenlandse financiële reserves van eerder Venezuela, recentelijk Afghanistan en nu dus ook Rusland, samen met de beslaglegging op bezittingen en rekeningen van rijke Russen, maakt echter dat niet langer de dollar gezien wordt als een veilige investering en dat getroffen landen op zoek gaan naar alternatieven. Een voorbeeld hiervan is Poetins eis dat de Russische gasexport naar ‘onvriendelijke landen’ voortaan in roebels moet worden betaald. Maar ook met neutrale landen zoals India wordt de mogelijkheid onderzocht voor een roebel-roepie deal waarmee betaling van olie in dollars kan worden omzeild. Daarnaast is China, altijd hongerig naar olie en gas, al geruime tijd bezig een alternatief voor SWIFT op te zetten (CIPS), en voert het overleg met Saudi-Arabië of het in de toekomst olie kan verkopen in yuan in plaats van dollars. Kortom, de wereld is aan het schuiven.
Met de verhitte inzet op meer sancties zet de Nederlandse regering ontwikkelingen in gang waarop het geen zicht heeft. Door Poetin te straffen, drijven we Rusland verder in de armen van het Chinese blok. Dat is risicovol. Daarom is terughoudendheid geboden, en een beter begrip van hoe sancties mondiaal doorwerken. Als dat niet gebeurt, zetten we ironisch genoeg eigenhandig de verdere afbrokkeling van de Westerse neoliberale orde in gang.