Met 'alles of niets' is vrede in Oekraïne onhaalbaar
In de Oekraïne-oorlog staat het terugwinnen van al het territorium centraal. Die missie zal onvermijdelijk leiden tot een langjarige, bloedige strijd, denkt hoogleraar Jolle Demmers.
Dit artikel verscheen op 16 februari 2023 in het Financieel Dagblad
De waanzin van oorlog waart door Europa. Niet alleen de strijdende partijen liggen op ramkoers, ook de Europese Unie heeft zich vastgezet in onwrikbare principes. Een nieuw narratief over wat ‘winnen’ betekent, kan op termijn een uitweg bieden uit de gevaarlijke dynamiek van escalatie.
In de opbouw naar een bloedig voorjaarsoffensief verdringen Europese bewindslieden elkaar met beloften van solidariteit en steun. Niet alleen ‘Kiev’ en ‘Moskou’ maken zich op voor een nieuwe escalatie, ook Europese bewindslieden hebben zich met woorden en beloften inmiddels vereenzelvigd met een boodschap van doorvechten tot het bittere einde. Koste wat het kost, met alle risico’s, en ongeacht het aantal slachtoffers. Hierbij staat het terugwinnen van territorium centraal. Leek een paar maanden geleden nog het herwinnen van de grenzen van 24 februari het doel, inmiddels is dit opgeschoven naar het terugwinnen van alle bezette gebieden, inclusief de Krim.
Dat scenario is onwaarschijnlijk en risicovol. Het gedroomde script waarin Russische troepen zich uit heel Oekraïne terugtrekken, en een verzwakt Rusland afziet van een nucleaire escalatie, is volgens veel experts een van de minst waarschijnlijke uitkomsten van deze oorlog. Het blijvend vasthouden aan deze interpretatie van 'winnen' is dan ook niet verstandig. Wat is dan wel denkbaar?
Niet realistisch, wel begrijpelijk
De positie van de EU (en de Nederlandse regering) is niet realistisch, maar wel begrijpelijk. Er zijn goede argumenten voor het terugwinnen van territoriale controle. Door de Russische agressie af te straffen met (steun aan) een gewelddadig tegenoffensief, worden principes van het internationaal humanitair recht verdedigd, zoals territoriale integriteit, soevereiniteit en non-interventie. Deze principes zijn essentieel voor het behoud van de (toch al wankele) internationale orde. Daarnaast veroorzaakt de Russische invasie een humanitaire catastrofe en schaadt het economische belangen. De eis van volledige terugdringing is een duidelijk signaal: de Russische annexatie is onacceptabel en kan niet zonder gevolgen blijven.
Maar de tragische (en paradoxale) implicatie van zo’n principiële stellingname is dat deze de kans op een exitstrategie ondermijnt. Principes zijn namelijk niet deelbaar of onderhandelbaar. En aangezien Oekraïne al sinds 2014 de controle over delen van zijn grondgebied kwijt is, kunnen principes zoals integriteit en soevereiniteit alleen hersteld worden door het terugveroveren van het gehele territorium, inclusief de Krim. Nederlandse bewindslieden zetten zich hiermee klem, hoe goed bedoeld ook.
Zo’n focus op volledige terugwinning van territoriale controle zal onvermijdelijk leiden tot een lange, bloedige oorlog met kans op nucleaire escalatie. De auteurs van het rapport Avoiding a Long War (2023) van de invloedrijke RAND-denktank wijzen erop dat het Poetin-regime een aanval op de Krim (waar de Russische Zwarte Zeevloot is gevestigd) ziet als een existentiële bedreiging van de nationale veiligheid, zeker gezien de grote investeringen en risico’s waarmee de annexatie gepaard ging.
Hoe komen we uit deze ramkoers? Het is belangrijk het strategische positieverschil te erkennen tussen de Biden-regering en de EU. Daar waar ‘Washington’ het strategisch realisme omarmt (met oog voor eigen economische en veiligheidsbelangen) staat de EU voor een politiek van principes. We lijken te vergeten dat er ook andere middelen zijn dan oorlogsvoering om principes hoog te houden. Dit kan ook door blijvend signalen uit te zenden dat schendingen van soevereiniteit onacceptabel zijn, en het niet-erkennen van gebieden die door oorlog zijn verkregen.
Daarnaast bestaan binnen de filosofie en het humanisme ook andere principes over de rechtvaardige oorlog. Zo dient er in oorlog een redelijke kans te zijn dat de doelstellingen worden gerealiseerd. Maar ook moet het kwaad dat de oorlog aanricht in redelijke verhouding staan tot het goed dat ermee wordt beoogd. ‘Beter een onrechtvaardige vrede, dan een rechtvaardige oorlog’ zo stelt Cicero.
Uitweg uit de hel
Uiteraard hebben wij op deze oorlog beperkte invloed. Maar dankzij de miljarden aan wapenleveranties, de intensieve trainingsoperaties en inlichtingen zijn wij al lang deelgenoot van dit oorlogscomplex. Daarmee dragen wij medeverantwoordelijkheid voor zowel de escalatie naar nog meer gruwelijkheden, als een uitweg uit deze hel. Er is nagenoeg geen kans dat Oekraïne de doelstelling van volledige territoriale controle zal realiseren. In plaats van daarop te blijven aansturen, kan de Nederlandse regering beter haar beperkte instrumenten aanwenden om (met name binnen de EU, Navo en Oekraïne zelf) een verschuiving naar de-escalatie te bewerkstelligen. Daarbij is het zeer waarschijnlijk dat Oekraïne de controle over een deel van zijn grondgebied kwijt raakt.
Door ons te richten op de inzet van instrumenten zoals wederopbouw en veiligheid voor Oekraïne, en voorwaarden rondom neutraliteitsgaranties en sanctieverlichting richting Rusland, kan een begin gemaakt worden met een proces dat uiteindelijk kan uitmonden in vredesonderhandelingen. Het alternatief is een lange, gruwelijke oorlog met grote risico’s voor ons allemaal.